De bruine kiekendief is een roofvogel uit de familie van de havikachtigen. Het is een echte moeras vogel, die broed in het riet, maar ook graag boven de akkers jaagt.
Hoe herken ik de Bruine kiekendief?
De bruine kiekendief is slanker dan een buizerd, met langere en smallere vleugels en staart. De kiekendief heeft lange kale gele poten. Ze vliegen laag, met langzame vleugelslag, zweeft vaak met vleugels in een V. Laat zich in riet vallen met lange, bungelende poten en vleugels in V vorm. Roept een schel, ‘kwiejoo’ bij het nest.
Volwassen mannetjes hebben een roodbruin lichaam en opvallende zwarte vleugelpunten, grijs in de vleugels en een grijze afgeronde staart. De vrouwtjes zijn groter, helemaal bruin met een roomwitte kruin, keel en vleugelboeg. De jongen lijken op het vrouwtje, maar met een zwartbruin en gaaf verenkleed.
De kiekendief is 48 tot 56 centimeter lang, de mannetjes zijn kleiner (gewicht 405 tot 667 gram) dan de vrouwtjes (540 tot 800 gram).
Waar leeft de bruine kiekendief?
Zowel in broedtijd als daarbuiten vooral in open moerasgebieden, maar ook op open boerenland. Broedt liefst in uitgestrekt rietland, maar ook in slootjes met riet en regelmatig in akkers.
Wat eet de bruine kiekendief?
De bruine kiekendief leeft van zoogdieren (muizen / konijn), jonge vogels, eieren, kikkers en aas. Hij jaagt op een speciale kiekendief manier: laag zwevend en rustig flappend, schommelend, regelmatig draaiend, waarna hij zich op een prooi stort.
Blijft de bruine kiekendief hier in de winter of gaat hij weg?
De bruine kiekendief is een zomervogel, maar overwintert in kleine aantallen in Zuidwest-Nederland. Najaarstrek is in augustus-september, met uitloop tot in oktober. Voorjaarstrek van eind maart tot in mei, jonge vogels soms nog later. Overwintert met name in Zuid-Europa en Noord-Afrika.